Stadsparken in Noord-Brabant

mentale concepties rond natuur en groenrecreatie vanaf het eind van de negentiende eeuw

  • Verschenen in: Van ontspanning en inspanning; aspecten van de geschiedenis van de vrije tijd
    pagina: 241-255
  • Redactie: K.P.C. de Leeuw, M.F.A. Linders-Rooijendijk, P.J.M. Martens
  • Uitgever: Uitgeverij Gianotten
  • Tilburg 1995

Stadsparken zijn dragers van culturele betekenissen. Aan de wijze van aanleg, de inrichting en het gebruik van de stadsparken liggen cultureel bepaalde opvattingen, normen en waarden ten grondslag over de relatie tussen mens en natuur.

Noord-Brabant onderging in de negentiende eeuw een proces van verstedelijking. In de steden kwamen de mensen dicht op elkaar te wonen. Voor hun fysiek en geestelijk welzijn waren open, groene ruimten nodig. Daarom werden in de steden parken aangelegd. Die dienden tevens ter verfraaiing van de stedelijke omgeving. In de relatie tussen de mens en het ‘groen’ speelden naast het biologische aspect, recreatie, decoratie en vorming een belangrijke rol. Vooral het park als sport- en speelgelegenheid werd in de loop van de twintigste eeuw belangrijker. De educatieve functie van parken was eerst gericht op verheffing van ‘het volk’ door middel van concerten, dierenkampen en andere voorzieningen. Deze verschoof naar natuureducatie. De betrokkenheid van de stadsjeugd bij de natuur kon in deze omgeving worden gestimuleerd.

in: publicaties
tags: , ,