- Verschenen in: Noord-Brabant in de Bataafs-Franse Tijd, 1794-1814, een institutionele handleiding
- Redactie: J.G.M. Sanders, J.A.M.Y. Bos-Rops, A.P. van Vliet
- Uitgever: Rijksarchief in Noord-Brabant, Uitgeverij Verloren
- 's-Hertogenbosch, Hilversum 2002
In de Republiek der Verenigde Nederlanden hadden de autonome gewesten talrijke eigen voorschriften op het terrein van landbouw, jacht en visserij. De eenheidsstaat die na 1795 werd gerealiseerd, betekende de ommekeer naar een centraal geleide politiek. Met welke nieuwe maatregelen kreeg Noord-Brabant te maken?
Het uitbreken van de runderpest in 1796 gaf de aanzet tot de eerste maatregelen van de centrale overheid op agrarisch gebied, waaronder de instelling van een veefonds in 1799. Ook de oprichting van commissies van landbouw en maatregelen ten behoeve van de ontginning van woeste gronden in de Bataafs-Franse tijd hebben een stempel gedrukt op de latere ontwikkeling van de landbouw in Noord-Brabant. De aandacht die de overheden aan de landbouw schonken, stond in schril contrast met die voor de visserij. De nationale regering verwachtte van deze kwijnende bedrijfstak weinig profijt voor de nationale welvaart en bemoeiden zich er daarom nauwelijks mee. Wel maakten de Bataafse en Franse overheden een einde aan de private jacht- en visrechten.