De Abdij van Middelburg, inleiding

  • Verschenen in: De Abdij van Middelburg
    pagina: 8-19
  • Redactie: J.C. Dekker (eindred.) en anderen
  • Uitgever: Uitgeverij Matrijs
  • Utrecht 2006

De Abdij in Middelburg is een gebouwencomplex met een lange en rijke geschiedenis. Al in de Middeleeuwen concentreerde zich in de abdij zowel geestelijke als wereldlijke macht. Die tendens zette zich voort tot op de dag van vandaag. Nog steeds is de provinciale overheid in de Abdij gehuisvest. De geschiedenis van de Abdij is dus eveneens de geschiedenis van het politieke centrum van Zeeland. Herkennen we dat in het uiterlijk van de gebouwen? Wat is de uitstraling en de status van het complex? Hoe ontstonden de diverse onderdelen en welke veranderingen werden – zowel in het exterieur als het interieur – in de loop van de tijd aangebracht? Hoe werd de Abdij door gebruikers en buitenstaanders ervaren? Welke rol speelde de Abdij door de eeuwen heen in de stedelijke gemeenschap?

Macht en prestige

Sinds de Middeleeuwen functioneerde de Abdij continu als het ruimtelijk domein van bestuurlijke macht. In perioden van politieke veranderingen legitimeerden de nieuwe bestuurders hun machtspositie door zich te vestigen in het ruimtelijke continuüm van de Abdij. Daar omringden zij zich in welvarende tijden met kostbare voorwerpen van kunst en kunstnijverheid. Aan het eind van de zeventiende eeuw beschikten de Zeeuwse Staten over publieke ruimten die in aankleding en afwerking niet onderdeden voor de officiële representatieve vertrekken op het Haagse Binnenhof. Al dit uiterlijk vertoon was bedoeld om te imponeren en te getuigen van de macht en prestige van het Zeeuwse bestuur.

In de achttiende eeuw keerde het tij. De economische malaise liet zich ook in de Abdij gelden. Er was alleen nog geld voor noodzakelijke herstelwerkzaamheden. Als gevolg van de politieke omwentelingen aan het eind van die eeuw, waarbij Zeeland zijn soevereine status verloor, slonk het imago van de bestuurders. Van het eens zo glorieuze en trotse gewest bleef, mede door de beroerde economische en sociale omstandigheden, slechts een schaduw over. Ter compensatie lieten de regenten zich voorstaan op de roemrijke daden van Zeeuwen in het verleden. Met grafmonumenten, gedenkstenen, Oranjegezinde manifestaties en volkskundige tentoonstellingen construeerden zij in de Abdijgebouwen een nieuwe provinciale identiteit. Naast het provinciaal bestuur namen in de negentiende eeuw Middelburgse notabelen bezit van delen van de Abdij. Met de inrichting van onder meer een Tekenacademie, concertzaal en gymnastieklokaal gaven zij uiting aan de nieuwe burgerlijke idealen over beschaving en culturele verheffing.

Monumentale status

Aan het eind van de negentiende eeuw volgde een herwaardering van de Abdij, nu vanuit een ontluikend besef van de monumentale architectuurhistorische waarde van de gebouwen. Er vond een ingrijpende restauratie plaats. In mei 1940 verwoestte een verzengende brand, veroorzaakt door Duits geschut, grote delen van de Abdij. Maar al snel werden plannen gemaakt voor een wederopbouw. Deze werd in traditionele stijl uitgevoerd en in 1965 definitief afgerond. De Abdij herwon prestige als monumentaal gebouw. Samen met het Middelburgse stadhuis werd het complex het paradepaardje van ‘monumentenstad’ Middelburg.

Plaats van herinnering

Dankzij de tastbare, materiële relatie die de Abdij met het verleden vormt, belichaamt zij de continuïteit daarin. De Abdij bood stabiliteit op momenten waarin de Zeeuwse wereld op z’n kop leek te staan. De nieuwe machthebbers vestigden zich juist om die reden in dit gebouwencomplex. Op die manier groeide de Abdij uit tot een ‘plaats van herinnering’ (lieu de mémoire). Een plaats van herinnering fixeert de tijd; hij combineert het onveranderlijke met het bewegende. Op een dergelijke plek, zoals de Abdij, herleven oude waarden en ontstaan tegelijkertijd nieuwe omdat er zich nieuwe combinaties kunnen voordoen tussen heden en verleden.

in: publicaties
tags: ,