De ruimte in orde?

  • Verschenen in: Geschiedenis van Noord-Brabant, dl. 3, Dynamiek en expansie, 1945-1996
    pagina: 80-90
  • Redactie: H.F.J.M. van den Eerenbeemt
  • Uitgever: Uitgeverij Boom
  • Amsterdam/Meppel 1997

De ruimtelijke ordening in Noord-Brabant veranderde na de Tweede Wereldoorlog sterk van karakter. Dit was een gevolg van de toenemende welvaart en daarmee gepaard gaande sociale, economische en technologische ontwikkelingen. De Noord-Brabantse bevolking legde een steeds groter beslag op de ruimte. Dat maakte een intensievere en omvattender ordening daarvan noodzakelijk. De overheid stelde zich ten aanzien van het ruimtegebruik steeds meer op de voorgrond door sturend en controlerend op te treden. De ruimte werd ingedeeld in zones of er werd gewerkt volgens een hiërarchische opbouw van kernen. De Welvaartsbalans, een provinciaal ontwikkelingsplan uit 1965, maakte voor het eerst onderscheid tussen landelijke en stedelijke gebieden.

Beleid en inspraak

Niet alleen demografische, economische en sociale ontwikkelingen hielden de ruimtelijke ordening in beweging. Ook de tegenkrachten uit de samenleving die het beleid opriep, deden dat. Dit proces van voortdurend anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen is kenmerkend voor de ruimtelijke ordening in Noord-Brabant na 1945.

Particulieren kregen inbreng via inspraakprocedures. Het uiteindelijke ruimtelijke ordeningsbeleid was bijna per definitie het resultaat van compromissen. Men trachtte dit proces enigszins te stroomlijnen door wettelijke maatregelen, overdracht van bevoegdheden en de instelling van overlegstructuren. Uitvoering en controle werden doorgespeeld naar de Provincie en gemeenten. Vanaf de jaren tachtig besteedden gemeenten de voorbereidende werkzaamheden voor projecten steeds meer uit aan onderzoek- en adviesbureaus. De wettelijke taken bleven bij de overheid zelf.

Stad en platteland

De stad was lange tijd het ruimtelijk centrum van veel menselijke activiteiten. Wonen en werken deed men in de stad, recreëren op het aangrenzende platteland. De toenemende welvaart en mobiliteit zetten een suburbanisatieproces in gang. De stad werd een probleemgebied. In onder meer de structuurschets stedelijke gebieden (1983) en de herziening van de Brabantse streekplannen in de tweede helft van de jaren tachtig werden deze problemen onder ogen gezien.

Het landelijk gebied won aan aandacht. Oude natuurlandschappen dreigden in snel tempo te verdwijnen. De mens nam de beheertaak van deze gebieden op zich. De planmatige invloed op de sterke ontwikkeling van de landbouw nam toe. Delen van het landelijk gebied werden bestemd voor recreatieve en militaire doeleinden. De dorpen breidden uit met nieuwe woonbuurten en kregen een ander karakter.

in: publicaties
tags: